Hoewel Henri Storck voor dit project aanvankelijk een klassieke documentaire voor ogen had, heeft de film de fictie toch ruim bedeeld. Regisseur Patrick Conrad bedacht een verhaal: via het stramien van een politieverhaal en van een verleidingsavontuur het leven en het oeuvre van een schilder belichten. Een jonge fotografe ontdekt het oeuvre van een schilder over wie zij niets weet. Vijf schilderijen treffen haar in het bijzonder, door hun kracht en hun mysterie. Wie was die man, die in staat was doeken te schilderen die zo raadselachtig waren als De vreemdeling en Het kermismolenpaardje, of portretten met vage gezichten? Een terras, een charmante maar terughoudende oude heer en een paar rode handschoenen zullen haar tot gids en aanwijzing dienen, zodat ze al die mysteries kan oplossen. Daartussendoor worden het leven en de schilderkunst van Permeke verweven, de persoonlijkheid van de jongevrouw, de ontdekkingen die ze doet. Die doen haar de tragiek begrijpen van een man die door de dood achtervolgd werd, terwijl hij alleen van het leven hield. Al krijgt de fictie de overhand, toch is Permeke duidelijk aanwezig. Wij zien zijn beeld en krijgen zijn verhaal door middel van foto’s, films, onuitgegeven verhalen en natuurlijk zijn oeuvre. De film bevindt zich ergens tussen de film over kunst en de geromantiseerde biografie, en is een poging tot dramatiseren die de verdienste heeft te vernieuwen, nieuwe paden te betreden in het moeilijke genre van de documentaire fictie.
Realisatie : Henri Storck en Patrick Conrad
Regie : Patrick Conrad geassisteerd door Andréa Heirman
Scenario en dialogen : Patrick Conrad, Pierre Drouot, Henri Storck
Wetenschappelijk adviseur : Willy Van Den Bussche (conservator van het Provinciaal Museum Constant Permeke te Jabbeke en van het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst te Oostende)
Beeld en steadicam-operator : Marc Koninckx
Beeld (studio) : Gilberto Azevedo
Cameramen (studio) : Jacques Besse geassisteerd door Fernando Fernandez, Luc Drion, Guy Talin, Ella Van den Hove
Studio : S.F.P., Joinville-le-Pont (Frankrijk)
Inserts : Beelden van Oostende, Blij herleven, Pleziertreinen van Henri Storck, Das Kabinett des Doktor Caligari van Robert Wiene, The Circus van Charlie Chaplin, L’hirondelle et la mésange van André Antoine, James Ensor van Julien de Meester, Permeke van prof. A. De Deken
Ektachromes : Emile en Alain Speltdoorn, Wilfried Scheldeman, Yves Platteeuw
Oude foto’s : Maurice Antony, Roland d’Ursel
Montage : Ton de Graaff
Script en montageassistent : Ann van Aken
Negatiefmontage : Joseph Dassy
Stem : Leslie De Gruyter
Offstem Permeke : Jan Decleir
Vertolking : Ilse Uitterlinden, Paul Steenbergen, Hélène Ballings, Anuska Bodi, Chris Cauwenbergs, Linda Conrad, Goele Derick, Luc en Nicolas Duvauchel, Flor Hermans, Terence Hurvey, Marga, Rosette Pas, Gert Portael, Caroline Rottier, Bert Van Tichelen, Jean-Michel Arnold, Jacques Boucquez, Yvan Chambers, Guido Claus, Hugo Claus, Frank Edebau, Beatty Devos-Permeke, John Permeke, Paul Permeke, Thérèse Permeke, Tinus Van Bakel, Willy Van Den Bussche, Emile Veranneman, Het Jabbeeks Volkstoneel
Geluid : Dominique Warnier
Muziek : David Darling, John Surman, E.C.M. Records München
Muziekfragment : L’Aurore van Eugène Ysaïe (viool Régis Pasquier) Sonata N° 5 in G major for solo violin op. 27
Mixage : Lucien Yvonnet
Auditorium : Eclair (Parijs)
Decor studio : Alain Nègre
Décor : Yvan Bruyère
Rekwisieten en special effects : Vincent Canart
Special effects (studio) : Jean Houze, Robert Laffont
Kostumering : Suzanne Van Well
Maquillage : Tina Kopecka, Françoise Joset
Setfotografe : Virginia Haggard-Leirens
Algemene opnameleiding : Antoine Carette
Opnameleiding : Bruno Aertsen, Raf Verpoten, François Vanderveken Caroline Dubois (Engeland)
Chef-elektricien : Vincent Max Fauvelle geassisteerd door Chris Renson
Chef-elektricien (studio) : Guy Fabre geassisteerd door Emile Barbero
Chef-machinist (studio) : Jean-Claude Launois, Claude Pospiech geassisteerd door Michel Vervloet
Optische bank : Eurocitel (Parijs)
Persverantwoordelijken : Marianne Ponet, Veerle De Wit
Productieleiding : Dany Geys, Maurice Conrad (Frankrijk)
Productieassistente : Anne-Marie Muskus (Frankrijk)
Afgevaardigd producent : Pierre Drouot
Geassocieerd producent : Daniël Van Avermaet
Coproductie : Iblis films en de Films Henri Storck (Brussel), Société Française de Production (Parijs), in samenwerking met het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het Office de création audio-visuelle du Ministère de la Culture (Parijs), Belgische Radio en Televisie, T.F. 1, de provincie West-Vlaanderen, R.T.B.F. en René Solleveld voor Praxino Pictures B.V. Amsterdam.
Originele Nederlandse versie
Franse versie onder de titel Permeke door Murphilm. Tekst van Gérald de Vries (stemmen:
Maud Rayer, André Valmy, Roland Ménard, Teddy Bilis, Jan Decleir, Dirk Debattist)
35 mm / kleur (Fuji) / 90 minuten / 1984-1985
Ik was zeer bevriend met Permeke toen ik jong was, tot zijn dood. Opeens, zo’n vijf of zes jaar geleden had ik de dwang om iets te doen aan Permeke. Voor de film heb ik een groot scenario geschreven, dat denk ik een goed scenario is. Ik had er veel voor gestudeerd. De commissie die het moest beoordelen zei ja, maar we hebben geen geld voor een documentaire. Als het een fictiefilm was zou ik geld krijgen. De producent, Pierre Drouot, heeft toen gezegd dat we een fictiefilm moesten maken. Ik was bereid daar een scenario voor te schrijven, maar voelde me te oud om nog een fictiefilm te draaien. Ik weet hoe men draait in België. Dat begint om zeven uur ‘s morgens en eindigt om drie uur ‘s nachts. Dat is onmogelijk voor mij. Ik heb toen kennis gemaakt met Patrick Conrad, een jonge poëet. Hij had een film gedraaid, die heet Slachtvee, die ik heel goed vond: een zekere stijl, een zekere persoonlijkheid. Samen met hem heb ik een nieuw scenario geschreven. De filmcommissie wilde toen van een andere commissie, een voor kunstzaken, advies hebben over de serieuze kant van de documentaire gedeelten. Thans maak ik film sedert zestig jaar dus ze weten wie ik ben. Dat was dus een beetje beledigend voor mij. Soms zitten er jonge mensen in die commissies die niets weten. We kennen u van naam zeggen ze dan, maar hebben nog nooit iets van u gezien. Wel, het is een feit; het zijn delicate situaties, voor hen en voor mij.
Henri Storck, interview door Harbert van der Kaap en Gertjan Zuilhof, Je moet de mensen liefhebben om ze goed te kunnen observeren, Skrien, zomer 1987
… het kroonstuk op zijn levenswerk: Permeke. Deze van constructie soms ingewikkelde poging om fictie en documentaire te verzoenen wordt door sommigen beschouwd als een speelfilm met documentaire elementen, doch is in wezen een documentaire met een fictionele raamvertelling. De levendige presentatie door middel van het verhaaltje van de speurtocht van een jonge vrouw doet immers niets af aan het documentair karakter van deze mooie, ietwat melancholische film. Een film die er in slaagt om op een veel boeiender manier dan dat in de meeste kunstfilms het geval is, de kunst voor de leek toegankelijk te maken. Toch is de onder andere met de prijs Cavens, de Femina Prijs en een speciale prijs te Nyon geëerde rolprent voor sommigen wat omstreden. Daarbij viseren ze dan geen van allen het boeiende documentaire beeld van Permeke, op onovertroffen boeiende wijze verzorgd door Henri Storck (Ronnie Pede, Film & Televisie, oktober 1985). Kritiek is er wel op de fictionele scènes tussen de fotografe en de bejaarde man. Die scènes worden als het minst geslaagd bestempeld, ook al vanwege de gekunstelde toon van de gesprekken. Maar met name Conrad stond er op dit contrast te creëren met het boerse van Permeke zelf. Resultaat: de reacties varieerden dan ook van mislukt en geef mij maar een traditionele documentaire tot origineel en erg mooi.
Jan-Pieter Everaerts, Oog voor het echte, BRT-uitgave, 1987