De eerste film verrichtte pionierswerk ten aanzien van de avant-garde en de tegelijk lyrische en abstracte verhouding tot een onderwerp, aangebracht door beeld en montage die zonder overgang streng en gevoelig waren, poëtisch zelfs, in de meeste strikte betekenis van het woord. In de tweede is de Noordzee nog altijd aanwezig, maar gezien door een documentaire bril, de andere richting die de blik van de cineast gaat volgen. Mannen aan het werk zien, hun bewegingen opvangen, de productiecyclus binnendringen, machines en werktuigen tonen, een antropologie van de handenarbeid maken, dat alles zal één van de thema’s in de films van Henri Storck vormen. Ter haringvisserij is een stomme film, onderbroken door informatieve titelkaarten die de handelingen en de situaties voorafgaan en uitleggen. Een schip verlaat de haven van Oostende en werpt zijn netten uit; maar in de Franse territoriale wateren aangekomen, wordt het door de kustwacht voor inspectie aangehouden. Dit miniatuur-zeegevecht, een incident dat aan het opnemen van de film te wijten was, eindigt zonder erg voor de cineast. De beelden en de opnamen wekken een indruk van nabijheid, omsluiten de gezichten van de vissers, het touwwerk, de zee, de glinstering van de vissen, de manden vol zeemansbuit.
Realisatie en beeldopname : Henri Storck
35 mm / zwart-wit / stomme film / 15 minuten / 1930
Het bijzondere aan Ter haringvisserij is dat de film alles bij elkaar genomen een historisch karakter heeft gekregen, aangezien je deze kortfilm alleen maar kunt vergelijken met Drifters, de film van John Grierson.. Grierson was de ideoloog of profeet of motor achter de documentaire stroming in Groot-Brittannië. Drifters werd zowat tezelfdertijd gerealiseerd en handelde over eenzelfde onderwerp, het verschil in breedtegraad daargelaten.
Jean Queval, Henri Storck ou la traversée du cinéma, Nationaal Festival van de Belgische Film, 1976