De film wordt verdeeld in sequenties met een titel: het peillood, de vervaardiging van de touwen, het onderhoud, de evenaarsovergang, de sextant, de vervaardiging van de zeilen enz. De langste sequenties, die handelen over een collectieve taak, worden gedragen door een lied dat de grote thema’s van de klaagzangen over de zee overneemt, een zeemansfolklore waarvan de wat melancholische klanken in de muziek van Maurice Jaubert terug te vinden zijn.
Henri Storck en John Fernhout blijven trouw aan hun fascinatie voor de gebaren en de menselijke arbeid, en beschrijven hier de zeilvaart, de nauwgezetheid, de precisie van alle rituelen die nodig zijn voor de goede vaart van het schip … Maar hoewel de gebaren van de arbeid eenzelfde kracht hebben als in de grote sovjetfilms, dienen ze hier geen ideologie, maar een antropologie. De sterk aaneensluitende filmopnamen kaderen alle handelingen op een abstracte wijze en in een geometrische esthetiek. De vorm van de zeilen, de lijn van het touwwerk, het gelid van de zeelui, het filmen in perspectief of vanuit het hoge standpunt, dat alles verdeelt de ruimte met dezelfde rigueur als de compositie van een schilderij.
Reportage en beeldopnamen : John Fernhout
Montage : Henri Storck
Muziek : Maurice Jaubert
Tekst van de zeemansliederen : Charles Goldblatt
Klankopname : Studio Pathé te Joinville-le-Pont. Marconi-procédé.
Productie : C.E.P. onder de directie van Henri Storck
35 mm / zwart-wit / 23 minuten / 1935
Om de film te bekijken, gelieve de paswoord per email vragen naar info@fondshenristorck.be en dan hier klikken
De goegemeente die op haar sloffen droomt van avontuur op de oneindige zee, zal bij het bekijken van deze film misschien ontgoocheld worden. De film is te naakt, te sober, zonder romaneske verfraaiingen. Men voelt te zeer dat de kerels die, blootsvoets in ijzig water, het touwwerk aantrekken of de brug schrobben, échte zeelui zijn, die zich er weinig om bekommeren of ze er voor de lens goed uitzien.
Nathalie Pilenco, Pour vous, januari 1936
“Aangezien het onmogelijk was bij elk filmbeeld voldoende uitleg te geven, en met in het achterhoofd dat zulke uitleg enkel de zeelui kon boeien, vonden de producenten het verkieslijk de beelden voor zichzelf te laten spreken door ze te begeleiden door zeemansliederen die speciaal voor de film gemaakt werden, gebaseerd op authentieke deuntjes.”
Presentatiedocument van de Tobis-geluidsfilms
Het vervangen van een zeil in de volle vaart biedt een zeldzaam schouwspel: aanvankelijk inert en zwaar, wordt het nieuwe zeil aan de grootbramra gehesen, waar de scheepsjongens druk in het touwwerk bezig zijn als spinnen in hun web. Op het bevel bevrijdt het zeil zich, het siddert, vangt de wind op en ontplooit zich als een vleugel … Deze film werd door het ministerie van Zeevisserij goedgekeurd.
Catalogus van de C.E.P.
(In) De Driemaster Mercator (wordt) het leven van de kadetten aan boord van ons schoolschip tijdens hun reis naar het Paascheiland op zoo’n boeiende wijze verteld. Wij maken hun vroolijke feestjes mede, zitten met hen te werken aan de touwen of met den sextant, klimmen met hen het touwwerk in om oude zeilen door nieuwe te vervangen. Een blij, helder reisavontuur is die prent geworden, beheerscht door het eindelooze lied van zeilen en verten.
Het Laatste Nieuws, 1 mei 1936