Patron is dood (de)

Home / Henri Storck / Filmografie / Films alfabetisch / Patron is dood (de)

De patron is dood. Op 30 december 1938, de dag van de teraardebestelling van Emile Vandervelde, weent België en brengt het hulde aan de man die een groot militant was, de leider van een Belgische Werkliedenpartij, een staatsman, een invloedrijke figuur van het internationale socialisme.

Deze film vormt een onthutsend document, waarin men de ademtocht van de geschiedenis voelt.

Deze voorman van de arbeidersklasse heeft een uitvaart gekregen die een koning hem zou benijden. Het ceremonieel van rouw en emotie heeft iets episch: een belangrijke menigte verzameld in het Volkshuis, een door mijnwerkers bewaakte katafalk waarvoor duizenden bedroefden voorbijtrekken, massa’s bloemenruikers, indrukwekkende rouwversieringen, officiële personages, kaarsen, al de machtigen en de minder machtigen van een land dat in eenzelfde respect verenigd is, een vloed van vaandels halfstok, de verlichtingspalen met een zwarte sluier bedekt. Brussel in de greep van de winterregen, met de duisternis die vroeg invalt, maar verlicht door de toortsen van de militanten. In oprechte droefenis heeft de arbeiderspartij die dag opdracht gegeven tot een Hollywoodachtige of Eisensteinachtige mise-en-scène. De film is zeer ontroerend, de gebeurtenis waardig. Het is geen populistische film over een episode uit het verleden, maar de nauwgezette ondersteuning van de expressie van een krachtige volksgeest. De film opent met een reeks foto’s van Emile Vandervelde, van zijn jongelingsjaren tot zijn dood, een kort overzicht van de ontwikkeling van een fysiek en de vorming van een gestalte. We horen de stemmen van Vandervelde, Léon Blum, Louis de Brouckère, Camille Huysmans.

 

Realisatie : Henri Storck

Assistent-realisatie : Fernand Piette geassisteerd door Georges en Albert Housiaux

Beeld : François Rents, Marius Mahieu, Charles Lengnich, Hubert Duval, Paul Flon

Inserts : nieuwsfragmenten: Fox Movietone, Paramount, Pathé-Journal, France-Actualités Gaumont, N.I.R.

Montage : Henri Storck

Speaker : Albert Housiaux en Bytebier

Stemmen : Louis de Brouckère, Camille Huysmans, Emile Vandervelde (fragmenten van de lijkrede uitgesproken door Emile Vandervelde naar aanleiding van de dood van Jules Destrée in 1936), Léon Blum

Koorzangen : Lassalekring Antwerpen, Socialistische Harmonie van het Volkshuis te Brussel, Koor van Pâturages

Geluidsopname : José Lebrun (Melodium-procédé)

Productie : C.E.P.

Opdrachtfilm van de Belgische Werkliedenpartij – uitgegeven door de dienst Propanganda van de B.W.P. onder leiding van Maurice Naessens

 

Tweetalige (Frans-Nederlandse) versie

 

35 mm / zwart-wit / 31 minuten / 1938

 

Om de film te bekijken, gelieve de paswoord per email vragen naar info@fondshenristorck.be en dan hier klikken

 

Aan die muziek, die hymnes, die redevoeringen van een sobere en pakkende grandeur, voegt de film zijn hartverscheurende getuigenis toe. Het oeuvre van Henri Storck bestaat uit een aangrijpende verzameling foto’s, fragmenten van journaalfilms waarin het silhouet van Emile Vandervelde intens op de voorgrond treedt. De stem zelf van de overledene – die stem met het diepe timbre – voegt aan deze film de ontroerendste commentaar die men kon dromen toe … De bevende menigte heeft deze stem van gene zijde van het graf beluisterd en welhaast gretig tegen die beelden uit het verleden van verbeten en vurige strijd aangekeken. De evocatie van de begrafenis van Emile Vandervelde op die sombere decemberdag, toen men in de schaduw van de vlaggen, met rouwfloers gesluierd, menigten arbeiders uit het hele land te Brussel zag toestromen, schenkt dit oeuvre een volmaakte, magnifieke grandeur.

Fernand Demany, Le Soir, 6 februari 1939

 

“Vele tientallen duizenden mensen bewaren de stilte tijdens het voorbijtrekken van de rouwstoet en eenieder groet het stoffelijk overschot volgens zijn eigen levensopvatting. Het meest memorabel blijft de ceremonie zelf, die duidt op het bestaan van een socialistisch ritueel, en een zodanig belangrijk, alles wel beschouwd, dat het een miskend hoofdstuk van de West-Europese gedragsstudie vormt.”

 

Jean Queval, Henri Storck ou la traversée du cinéma, Nationaal Festival van de Belgische Film, 1976

 

De getrouwe camera registreert door elkaar de plechtige stilte, de droefheid, de tranen. Als Louis de Brouckère spreekt – een laatste saluut aan zijn oude strijdmakker – correspondeert elk beeld van zijn rede, in een subtiele evocatie, met een beeld van de film.

J.L., Le Peuple, 5 februari 1939

 

Ik schrijf je mijn heftige en heldere emotie evenwel na gisteravond jouw De patron is dood opnieuw gezien te hebben, voor mij een zuiver en primitief voorbeeld van échtheid in de cinema. En het is de grote Storck die dat gemaakt heeft! Met alleen maar de eenvoudige middelen, niets verzonnen, elementaire beelden (d.w.z. uit de elementen vervaardigd) en even elementaire geluiden (stemmen, redevoeringen, fanfares, enkele zeldzame opgenomen geluiden). En door middel van die eenvoudige verdeling van echte fragmenten is de emotie nooit doeltreffender of gegronder geweest. Net het tegenovergestelde van de taalmiddelen van de fictie – of liever de keerzijde ervan.

André Delvaux, brief van 2 mei 1988