Bovenop dat project kwam een ander verzoek uitgaande van de Belgische havens (Antwerpen, Zeebrugge, Gent) en van Deppe, de reder. Het ging hierover: de boten gedurende een overtocht van 21 dagen te begeleiden en de reis te filmen. Er kwam nog wat bij, wat niet voorzien was, maar toch in de film te zien is: een vreselijk onweer en een aanvaring met een lichtschip in de mist.
Op die basis presenteerde Henri Storck, met de zeer actieve medewerking van de heer Leysen van de B.R.T., een schema voor een reisuitzending gevolgd door een debat, iets zeer inventiefs voor een pasgestichte en nog maar stamelende televisiezender, een pioniersuitzending wat de reportages en de rondetafelgesprekken betreft. Duur: zestig minuten, met een film van twintig minuten en een debat van veertig minuten geleid door de acteur-reporter Jan Peré. Hij speelde de rol van reiziger die zijn avonturen vertelt en die aan specialisten de vragen stelt die zijn ontdekkingen en ervaringen kunnen verhelderen. Hij stelde die vragen aan juristen, economisten, architecten, zeelieden, etnologen-folkoristen, terwijl de vrouwen in de jaren vijftig normaal de enige gekwalificeerde gesprekspartners waren als het ging om problemen rond godsdienst, kind, voeding en kledij. Op de set: een wereldbol en de tentoonstelling van de voorwerpen die in het valies meegenomen werden. Rode draad: een man die bootstop doet en die de kapiteins vraagt hem in elke haven aan land te zetten en hem de wereld te laten zien. Er werd gediscussieerd op basis van de films.
In Argentinië was er een pelgrimstocht te Lujan, gefilmd met een vaste camera aan de voet van de trappen van de kathedraal, een zeer mooie oefening à la Eisenstein. Verder het leven in de grote haciënda’s, de grote kudden, de schapenteelt, de vangst van de wilde paarden (The Misfits zonder Marilyn), het dagelijkse leven van de gaucho’s (schitterende opnamen van barbecues en van het kauwen op entrecote), de folklore met de groep dansers/muzikanten Los Abalos met een virtuoos bravourestuk (de Malambo-dans), de geschiedenis van het land enz.
In Brazilië: de katoen- en koffieteelt, een zeer mooie didactische film. Er werden eveneens opnamen gemaakt van een architecturale wandeling te Buenos Aires, de eilanden voor de kust van Brazilië, het leven van de bemanning aan boord van een passagiersschip, de Elisabeth-ville, een magnifieke en indrukwekkende storm op zee (vijf minuten puur filmgenot).
In Kongo: de haven van Matadi, de markten, het houttransport, de gewoonterechtbanken, de apartheidskampen voor de zwarten enz. Sommige van die min of meer uitgewerkte thema’s verdienen wel als kortfilm gemonteerd te worden, vooral de beelden van een kleurrijk proces waarbij een arme douanier, zwetend in zijn uniform, onder handen genomen wordt door twee kloeke tantes (zijn vrouw en zijn minnares), die goed van de tongriem gesneden zijn en welsprekende gebaren maken. Of het epos van Oostendse vissers die in de tropen waren komen vissen zoals ze het in de Noordzee deden, een surrealistische verschuiving. Men hoort er die robuuste Vlamingen, omgeven door zwarte scheepsjongens, schuine liederen zingen en de verkoping bij opbod organiseren zoals in de vismijn van de koningin der badsteden.
Hoewel de uitzending (met haar presentatie en haar debat) verloren gegaan is, toch kent Henri Storck nog de precieze inhoud van die reportages in 16 mm.
Realisatie en geluidsopname : Henri Storck
Beeld : Fernand Tack
Met de medewerking van de acteur Jan Peré
Productie : C.E.P.
Opdrachtfilm van de B.R.T.
16 mm / zwart-wit / 60 minuten / 1953-1954