Oostende 1929. Henri Storck en Labisse zijn goede vrienden. Storck heeft de Club du cinéma opgericht; Labisse heeft met zijn zuster Ninette, een beeldhouwster, een kunstgalerij geopend. Labisse wordt hulpsecretaris van de Filmclub. Hoewel de twee vrienden elkaar verstaan, is het niet allemaal rozengeur: er zijn gelukkig ook meningsverschillen. Er wordt veel gediscussieerd. Ze schrijven brieven naar elkaar en publiceren deze om de twisten openbaar te maken. Maar ideologie en polemiek volstaan niet. “We moeten films maken”, zegt Labisse tegen Henri. Ze hadden Breton gelezen en Storck stuurt Le Poisson Soluble naar Ensor op. Ontgoocheling! De meester antwoordt: “Ik snap er geen druppel van”. De klap is hard, maar ze zijn jong en enthousiast. Als de beschermheren ze niet volgen, zullen ze die blijven vereren, maar ondertussen hun eigen weg en ingeving inslaan … “Félix en ik besloten films te maken. In 1929 had ik Beelden van Oostende gedraaid, maar het was Félix die het scenario van de volgende film, Voor je mooie ogen, bedacht. Het was het bizarre verhaal van een jongeman die een glazen oog kocht en het via de post verstuurde.” (In bijlage worden de 75 opnamen op een rijtje gezet. Ze dateren van hetzelfde jaar als L’age d’or.) Zoals de eerste werken van Henri Storck is ook deze film geankerd in het surrealisme. Erotiek en maatschappijkritiek gaan hier samen. De film werd vertoond in de studio van het Paleis voor Schone Kunsten, in de Club de l’écran te Brussel.
Regie en beeldopname : Henri Storck
Synopsis : Félix Labisse
Vertolking : Henry Van Vyve, Félix Labisse, Ninette Labisse, Alfred Courmes en figuranten
35 mm / zwart-wit / stomme film / 8 minuten / 1929-1930 / 75 opnamen
Een wrede anekdote op het thema van een optische obsessie: een jongeman slaagt er niet in een glazen oog kwijt te raken.
Jean Queval, Henri Storck ou la traversée du cinéma, Festival van de Belgische film, november 1976