De film is in twee delen verdeeld: de schatten van het geloof en de gemeentelijke vrijheid. Het scenario had er nog twee andere voorzien: Rubens en zijn tijd, en Leopold I, de stichting van het huidige België; deze werden niet gedraaid. De moeilijkheid lag wellicht van bij de aanvang besloten in de opdrachtomschrijving: de geschiedenis van een land in ruim een kwartier doorlopen veronderstelt dat men a.h.w. met de zweep in de hand door de gebeurtenissen heen galoppeert.
Toegegeven dat deze aanpak van de commentaar erg ouderwets aandoet. De regisseur moest de commentaar enkel illustreren met opnamen van belforten en kathedralen en enkele scènes met processies en defilés van gildefeesten die het discours animeren en dramatiseren. De muziek van Maurice Jaubert gokt op de culturele mimicry. De film brengt evenwel een profetische gedachte over, die van België als kruispunt van Europa.
Realisatie : Henri Storck
Assistent : Armand Henneuse
Beeld : John Fernhout
Assistent-beeld : Marcel Deflandre
Montage : Henri Storck
Commentaar : Eric de Haulleville
Stem : Camille Goemans
Muziek : Maurice Jaubert (concertopvoering onder de titel Concert flamand op door Paul Collaer verzamelde oude thema’s van de componisten Guillaume Dufay, Adriaan Willaert, Johannes Ockeghem en Josquin des Prés)
Productie : C.E.P.
Productieleider : R. G. Le Vaux
Opdrachtfilm van de Belgisch-Luxemburgse Dienst voor Toerisme. De film werd gerealiseerd met het oog op projectie in het Belgisch Paviljoen van de wereldtentoonstelling te Parijs in 1937.
Nederlandse versie onder de titel Beelden uit het Belgisch verleden, tekst van Marnix Gijsen (stem: Joris Diels)
Engelse versie onder de titel Glimpses of Belgium of olden times
35 mm / zwart-wit / 20 minuten / 1936
Om de film te bekijken, gelieve de paswoord per email vragen naar info@fondshenristorck.be en dan hier klikken
Opmerkelijk is hier vooral de zeer levendige conceptie, die de doode historische en kunsthistorische stof als het ware doorstraald heeft, zoodat het een boeiende vertelling in vloeiende filmtaal is geworden. Zoo licht en weinig krampachtig is deze opvatting, dat zelfs een riskant experiment mocht gelukken, dat nu tot één van de treffendste fragmenten uit dit filmpje geworden is: het dooréén-monteeren van historische plaatsen (de muur van het kasteel van Godfried van Bouillon) met de fantazievolle associatie die er mede samen hangt (vliegende vaandels van de kruistochten, etc.). Gebrek aan zwaarwichtigheid heeft hier de aesthetisch zoo bevredigende Anmut und Würde gevonden, terwijl natuurlijk de glanzende rijkdom van het oude kunst- en stedenschoon, die nooit wordt uitgeput maar alleen treffend aangestipt, een extra bekoorlijke noot aan de film verleent. Een bewijs te meer, dat intelligente beperking in een documentaire film meestal meer zegt dan leerstellige volledigheid!
Vier Belgische shorts van Henri Storck, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 23 november 1937
Zijn grote vernieuwing zit besloten in het gebruik van illustratiemateriaal in afwisseling met dynamische beelden van architecturale sites en monumenten. Door travellings voorwaarts en achterwaarts, en door zijdelingse of verticale pano’s was Storck de eerste die in wezen statische elementen zoals gravures en schilderijen beweging schonk en wel met het doel een verhaal te vertellen, Geschiedenis te verhalen.
Francis Bolen, Histoire authentique du cinéma belge, Ed. Mémo et Codec, 1978