Terwijl zijn grote zus met een lief aan het stoeien is, raakt een kleine jongen zijn hond kwijt. Een groep vriendjes helpt hem zijn hond te zoeken … op één voorwaarde: hij moet ze de schat van Oostende tonen. Maar Bobbie heeft algauw wat vriendjes om zich heen en zijn omzwervingen geven aanleiding tot enige gags: het spelletje met een krab, de verstoring van honden-niet-toegelaten-voorstellingen … Er is ook een scène die erg aan Tati doet denken: het tennistoernooi. Eind goed, al goed: met het krieken van de dag vindt Bobbie zijn meester terug en de cabinedeur die als een marien theater opengaat, laat de verwonderde kinderen een schat ontdekken die helemaal uit schelpen bestaat.
Realisatie : Henri Storck
Beeld : Frédéric Geilfus, geassisteerd door Jacques Moniquet
Artistiek adviseur voor de kleur : Raoul Servais
Montage : Henri Storck en Lola Barrache
Dialogen : Charles Dorat
Vertolking : Christiane Lenain, Jacques Danois, Julia Stuart, Ralph Darbo en de kleine Jacques Ghaye. En de hond Piquette.
Muziek : Joseph Kosma gedirigeerd door Serge Baudo. Met de medewerking van de Opera van Peking, Walter Gieseking, de balletten van de Marquis de Cuevas, het trio Los Paraguayos en de zusters Montoya.
Productie : C.E.P.
Opdrachtfilm van de stad Oostende
Nederlandse versie
Engelse versie onder de titel Treasure of Ostend
Duitse versie
35 mm / kleur (Eastmancolor) / 24 minuten / 1955
… De contrapuntische compositie van de opnamen in deze ingenieuze vertelling, waarin de volwassenen, de kinderen en de honden elk hun rol spelen, belicht Oostende wel niet op een onverwachte manier, vinden wij, maar idealiseert het toch een beetje. De zeer geslaagde kleuren van deze film doen zowel Storck als de cameraman eer aan en schenken de stadsaanzichten een bontheid en een zonneglans die – ongetwijfeld – écht zijn, maar die zich met een jantje-van-leiden van onze bewolkte horizon afmaken.
André Thirifays, Le Soir, september 1955
Het licht van Oostende en van de kuststreek is een schitterend licht voor de film … De schilders hebben het lang vòòr mij ontdekt … Welnu, vanuit dat standpunt zijn de problemen van de schilderkunst en de filmkunst gelijkaardig. Het is dus normaal dat men hier uitstekende films kan realiseren wat de kleur, de helderheid, de zuiverheid van het beeld betreft.
Interview met Henri Storck, Le courrier du littoral, 3 september 1955
Mijn beste Storck, doe me een genoegen: laat mij de partituur van uw film schrijven … Het is Kosma die dat zei, Kosma, één van de filmcomponisten die in Frankrijk en ver daarbuiten momenteel het meest gevraagd worden.
La Cinégraphie belge, februari 1956
Een bekoorlijke toeristische prospectus
Le Drapeau rouge, 13 juli 1957